Alpe d’ Huez
Al eerder had Lotte de wens geuit een etappe van de Tour de France te kunnen zien. Hij leek absoluut niet in ons reisschema te passen. Om dat verlies iets te compenseren, besloten we om hem dan maar voor wie dat wilden op te fietsen en toch even in Alpe d’ Huez te gaan kijken. Speciaal daarvoor nam ik voor het eerst deze vakantie het stuur van de camper over om weer als bezemwagen te kunnen dienen. Al beneden in Bourg d’Oisans bleek dat het toen al (zondag) een gekkenhuis was. Parkeerplaatsen stonden vol met campers en veel tourvlaggen waren al zichtbaar. Mick en Marco waagden zich aan de beklimming. Ik deed mijn eigen tour de force en reed de camper omhoog. Al vanaf de eerste bocht, bleek de totale gekte; er was geen plekje onbenut. Overal stonden campers, tentjes, auto’s. Mijn belofte om op een derde van de rit even te wachten, strandde op een absolute onmogelijkheid. Alle eenentwintig bochten naar boven stonden vol en werden al gevangen in een enthousiaste sfeer van heel veel mensen waaronder natuurlijk erg veel Nederlanders. “Die mensen zijn volstrekt gestoord”, zeiden wij nog, “het duurt nog 4 dagen”. Eenmaal boven bleek dat het nog veel gekker kon; overal stonden campers en tentjes. Wij vonden op de valreep nog een plekje met de camper; na 21 bochten en het inparkeren was mijn rug kleddernat van het zweet. Wij liepen naar een plek met mooi zicht op de aankomst van onze renners in de hoop dat het ze zou lukken, want teruggaan zou lastig worden.