Mijn Antwerpse fascinatie
Zojuist weer uit de eeuwen der boekdrukkunst gestapt, het zonnetje op de Vrijdagsmarkt weer in.
Dezelfde twee mannen als vanochtend, maar ettelijk wat pilsjes later, begroeten mij vriendelijk terug op het terras.
Zo’n 22 jaar geleden: ik werkte 4 dagen per week in een restaurant, studeerde en was actief bij de studentenvakbond.
Opeens was de energie even op.
Ik kocht een treinkaartje naar Antwerpen en kneep er alleen tussenuit.
Aldaar elke ochtend naar de studiezaal van Museum Plantin Moretus.
Op de VU volgde ik een college boekdrukkunst en in de studiezaal zocht ik in de oude annalen naar werken van de drukker waar ik mijn werkstuk over schreef: Adrianus Vlacq.
Met grote voorzichtigheid mocht ik de eeuwenoude titelpagina’s tussen mijn vingers houden.
Het moet een vreemde verschijning geweest zijn dat kleine blonde meisje tussen al die grijze heren, maar ik genoot.
De lastigste studie was destijds eerder hoe je alleen uit eten kunt gaan zonder zelf te vinden dat je raar uit ziet. Dat lukte goed en daar profiteer ik nu weer van.
Vandaag was ik voor de zoveelste keer terug in het Plantin Moretusmuseum.
De fascinatie voor de oude boeken, het zetsel, de letterkasten en de oude persen is er nog steeds.
Vanachter mijn kopje koffie op het terras kijk ik naar de openstaande ramen van de studiezaal.
Thuis toch dat werkstuk nog eens opzoeken.