In ons rijdend huisje zijn we nu (donderdag) onderweg naar Parijs. Na de overweldigende kusten van Bretagne is dat een relatief saaie doorsteek. Maar zo rustig gezeten aan ons tafeltje in de camper hebben we al rijdend een riant uitzicht op een overweldigende zonsondergang. En verdomd als het niet waar is, zodra we de grens met Bretagne overstaken, begon de zon te schijnen en werd het 10 graden warmer.
Zojuist was er even behoorlijke consternatie. Direct na het bord “Pas op voor overstekende herten” staken er daadwerkelijk 2 de snelweg over.
Vroege Vogels
Nadat we ’s nachts met het raampje open niet alleen het permanent ruisen van de zee hoorden, maar ook het licht van zeker wel 5 vuurtorens naar binnen hadden zien schijnen, was het vertrek ’s ochtends heel vroeg gepland zodat we ook eens vroeg in de middag op een camping aan zouden komen.
Zo vroeg dat Marco de rest liet slapen en heel stilletjes wegreed. Zo stil en vroeg dat we ons buitenstaande campertrapje vergaten en daar pas twee uur later achterkwamen. Teruggaan was dus geen optie. Het zag er vast heel dom uit zo’n losstaand trapje dat zonder camper nergens toe dient op een parkeerplaats, maar goed. Wij hebben nu een nieuwe missie en in de tussentijd oefenen we onze knie
Zebedeus de Beer
Zebedeus de Beer ging in het prachtige kinderboek (maar nog leuker voor volwassenen, een echte filosoof die Zebedeus) op zoek naar het eind van de wereld.
Wij vonden het bij Pointe de Corsen, het meest westelijke stukje van Frankrijk. Alleen de vuurtorens gaven aan dat er nog verder ook nog wat was.
De Vuurtorens
Bij het voorbereiden van de reis vroegen we alle kinderen wat zij het liefste wilden. Mick wilde de vuurtorens in Bretagne zien. Onze eerste vuurtoren zagen we na een prachtig weggetje langs een een riviertje, de Aber Benoit met allemaal braques (soort fjorden met zoet en zout water). Langs een hele mooie kustweg en een klein stukje door een natuurgebiedje vonden we Presque Ile St. Laurent met Phare le Four.
Op dit moment (dinsdag) kamperen we wild langs de kust en zien we er maar liefst vijf tegelijk vanuit onze camper.
Bretagne
Op de plek waar je vroeger Asterix en Obelix zo een wild zwijn had kunnen zien achtervolgen. Op de plek waar ik spijt had dat ik niet Zout op mijn huid van Benoite Grould niet ter herlezing had meegenomen (hier speelde het zich per slot van rekening gedeeltelijk af). Op de plek waar elke plaatsnaam vergeven van de Keltische invloeden en Bretonse ondertiteling een uitstraling heeft, die maakt dat je er geweest wilt zijn. Een ruige kust maar helemaal vergeven van de grootste hortensiastruiken die je maar kunt denken. Ik heb nog nooit zoveel hortensias bij elkaar gezien.
Wij sliepen aan de Cote Granite Rose en dat was goed te zien: niet alleen langs de kust en bij de granietmijn zelf, maar ook in de dorpjes, de hekjes, de straatstenen en zelfs de Amsterdammertjes waren van roze graniet.
Onderweg naar het verste westpunt van Frankrijk, passeerden we Brest, een erg lelijke stad. Dat er Brest 2004 was, vergelijkbaar met onze Sail, maar dan niet gratis, maakte nog iets goed.
Walking down Memory Lane: Bretagne als kind
Uit een van mijn vroegste herinneringen, leeft nog beeld van een vakantie waarin ik ’s ochtends vroeg met mijn moeder elke ochtend met de auto naar het dorp reed. Mijn moeder verdween dan direct naar de wc van het plaatselijke caf
Mont St. Michel
Onze tweede wildkampeernacht brachten we door op de parkeerplaats voor Mont St. Michel. Op de wildkampeersite hadden we deze al gevonden. Ondanks het zeer slechte weer stonden er toch zeker 100 campers die hetzelfde deden. Deze berg op een schiereiland is een voormalig bedevaartsoort. Bij vloed is er alleen nog een smalle weg die er naar toe leidt. ’s Avonds zetten ze berg, dorp en kerk prachtig in het licht en als je daar vanuit je camperbedje ongehinderd zicht op hebt is dat helemaal niet verkeerd, die striemende regen op het dak doet het dan ook wel goed.
’s Ochtends zagen wij drommen toeristen het dorp in trekken. Wij hielden het snel voor gezien en liepen een soort wadlooprondje om het eiland heen. Erg mooi.
Arromanches
Door op onze geschiedenisles, gingen wij naar de stranden van D-Day. Bij Arromanches zagen wij in de zee restanten van de pontons die destijds als kunstmatige haven dienden om de grote schepen met tanks te kunnen herbergen. Vanwege de 60 jarige herdenking zijn alle tekenen nu extra zichtbaar. De dorpen hangen vol met vlaggen en “welcome” signs. Wij zagen een 360 gradenfilm over D-Day. Erg indrukwekkend, helemaal voor Tim die we niet afdoende hadden voorbereid. Hij eindigde met een uitzicht vanuit de lucht over al die anonieme soldatengraven met allemaal dezelfde witte kruisen, dat is toch anders dan er over lezen.
Wandtapijt van Bayeux
We maakten er zondag een grote geschiedenisles van. We bezochten Bayeux, en natuurlijk het tapijt. De oudsten maakten we warm met verhalen over “hoe Willem de Bastaard, Willem de Veroveraar werd en met de slag bij Hastings Engeland op de knie
Richting Honfleur
Vanuit onze eerste wildparkeerplek reden we naar Honfleur. daar zouden we de nacht op een camping doorbengen (handig vanwege watertanken, legen van toilet en vanwege de stroom) Vlak daarvoor namen we Le Pont de Normandie (kosten 0,5 miljard en wellicht ook wel daarom vereerd met een permanente tentoonstelling over hoe de brug tot stand kwam).
Op de plek waar de Seine in de zee stroomt, hebben ze dan ook met recht een prachtige brug gebouwd die echt het bekijken waard is. Honfleur zelf is een lieflijk havenstadje waar het helaas goot van de regen, dat lieten we dus aan ons voorbij gaan, ondanks het feit dat het het geboortedorp van Erik Satie is.
Wij kennen de Cote d’Azur van binnen en van buiten, maar deze kust is ook niet te versmaden. Prachtige landhuizen langs de kust, casino’s en mooie badplaatsen. Vanwege de getijden, liggen de bootjes de helft van de tijd gewoon droog in de bedding.