Bij Tim op school hadden ze een studiedag, Tim was dus vrij.
Hij besloot er ook een studiedag voor mij van te maken.
In zijn klas hebben ze op het moment museumlessen en tuigen ze elke dinsdag naar een museum.
Gisteren was hij voor de 2e keer bij het Stedelijk Museum geweest en hij wilde heel graag het schilderij laten zien dat hij zo mooi vond. Hij zou mij wel rondleiden want hij wist er alles van.
Hij wees de weg naar het museum, voerde het woord aan de kassa, liet oogluikend toe dat ik ook een kaartje voor de Andy Wharoltentoonstelling kocht nu ik er toch was (van hem hoefde dat niet zo) en vertelde me alles wat hij wist over de tentoonstelling Cruel Bonsai, maar wilde eigenlijk alleen maar naar het schilderij.
Het was een schilderij van een kunstenaar geboren te Praag in 1944 dat een hert vertoonde met allelei zaken in het gewei en een peaceketting om zijn hals.
Hij liet het me tevreden zien en vertelde mij zijn eigen uitleg erbij (die best afweek van het bijschrift maar die ik met zijn ogen en in zijn tijdsbeeld uitermate aannemelijk vond: hij zag in het schilderij een aanklacht tegen de mileuvervuiling en dat we zuinig moeten zijn op onze wereld.
Onze deal bij Musea is dat hij altijd een kaart van datgene mag kopen wat hij het mooiste vind.
Helaas eenmaal in de shop, bleek er helemaal geen kaart te zijn.
Ik meldde hem troostend dat ik het wel op het internet op zou zoeken, maar na
A day at the Opera: Lucia di Lammermoor
Ha, dat is dan weer het voordeel van je eigen werkgever zijn:
je kunt zomaar JA zeggen als er twee kaartjes langskomen voor de generale repetitie Van Lucia di Lammermoor van Gaetano Donizetti als die midden op een werkdag gehouden wordt.
Zo zat ik dus vanochtend om 11 uur in Het Muziektheater om daar pas om 14.30 weer uit te komen, de enige pauze was erg lang, waarschijnlijk omdat het lunchtijdstip maakte dat hij ook als voedertijd voor de artiesten gebruikt werd.
Op klaarlichte dag bij de Opera.
Het spektakel was er niets minder om, het dramagehalte ook niet.
Tot mijn nog steeds niet helemaal verdwenen verbazing, blijk ik van opera te houden, ook vandaag weer.
Het verhaal, gebaseerd op een roman van Sir Walter Scott, heeft veel weg van Romeo en Julia, inclusief familievetes, mallotige manlijke gedachtes over eerwraak en de toen nog heftig in zwang zijnde opvatting dat je als broer over de liefde en huwelijk van je zus beslist.
Als vrouw, zelfs als je operadiva bent, blijft er dan niet veel meer over dan romantisch en stiekem je eigen liefde te kiezen, bij dramavoorkeur natuurlijk het liefst een familievijand die op nobele reis moet zodat zijn brieven onderschept en vervalst kunnen worden, je dus als Lucia wenend om het trouweloos hart van je gezworen liefde alsnog bezwijkt voor de emotionele chantage van broer en het verstandshuwelijk aangaat hetgeen de natuurlijk net te laat terugkerende geliefde die van geen vervalste brief weet je dan weer al zingend zwaar emotioneel voor de voeten werpt, wat op zijn beurt uiteindelijk en onvermijdelijk leidt tot de moord van Lucia op de verstandsechtgenoot (in waanzin, dat als verzachtende omstandigheid) met daarna de zelfmoord van eerst Lucia en daarna haar geliefde
Voor de vrouwelijke hoofdrol betekende dit dat ze het grootste gedeelte van haar teksten liggend, kwijnend, hangend, kruipend ten gehore moest brengen, een gave apart volgens mij, erg knap. De slotscene van Lucia waarbij ze bijna een duet zingt met een instrument dat het programmaboekje een glasharmonica noemt, was kippenvel.
Naats de mooei Lucia, werd ook hetet koor gaandeweg steeds krachtiger en mooier en de geliefde van Lucia zong zijn verdriet ook heel aansprekend.
Ook helemaal prachtig vond ik het decor en het licht.
En toen na het slot de zaal begon te juichen en nadat het doek eenmaal gevallen was de spelers ook vanwege de geslaagde generale, was aan alle ingredienten voor een mooie dag ruimschoots voldaan.
Alleen wel wat raar dat het buiten nog stralend licht was.
Jeugd 2.0 op het web, gezien op TV
“De jeugd van tegenwoordig heeft nog nooit gedeugd” zegt mijn moeder, een relativerende uitspraak die ik regelmatig herhaal.
Toch biedt de term “Jeugd 2.0” de belofte van een versieverbetering, of niet?
Jeugd 2.0 was tijdens Cinekid de titel van een lezing over de kwaliteit in het digitale jeugddomein en zonder het zo te noemen was de Jeugd 2.0 vanavond onderwerp van een mooie documentaire Ik en het web die bij Tegenlicht werd uitgezonden (en morgen herhaald wordt!, Nederland 2 om 23.30)
Jongeren op het internet: voor sommige ouderen en ouders slechts gevaren, voor sommige ouders een domein van grenzeloos vertrouwen en/of gebrek aan toezicht en regels, voor veel docenten een onbekende wereld, voor jongeren vaak een uitbundig vat vol kansen, de mogelijkheid om met hun identiteit te experimenteren, te leren, te maken, te communiceren en ook een plek om je eventueel te zeer te verliezen.
Jongeren zijn relatief mild naar volwassen ouders en leerkachten die er echt niet zoveel van snappen als zij, maar belonen de geinteresseerde ouder of leerkracht met een “zie je ze leren ook een beetje van ons.
Zij ervaren veel van de wereld via internet als dichterbij en kleiner en dat als positief gegeven.
De kloof tussen generaties wordt met de digitalisering en het internet groter omdat we eeuwenlang analoog waren en pas net verandert alles heel snel in de digitale samenleving, het arbeidsproces, de communicatie, het productieproces en daarmee ook de vaardigheden die er van jongeren gevraagd worden. In een kennisintensieve economie is het van onschatbare waarde om heel veel informatie tegelijkertijd te kunnen verwerken, gericht te vinden en de waarde van al die aangeboden informatie te kunnen bepalen, aldus Wim Veen hoogleraar educatie en technologie aan de TU Delft.
Filosoof Rob Wijnberg waarschuwt voor een nieuwe vervlakking bij teveel blootstelling aan Creality, de samensmelting bij een creatieve bewerking van de reality, maar de jongeren aan het woord vragen zich volgens mij terecht af hoe groot het verschil is tussen De Gouden Kooi en het vroeger in de Romeinse arena naar het leeuwenvechten kijken.
Mooi vond ik de uitspraak waarin aangegeven werd dat voor de jeugd het verschil tussen virtueel en echt heel anders, kleiner is dan voor volwassenen, gevolgd door weer een mooie relativering, dat wie het daarbij bij het rechte eind heeft niet te bepalen valt en dat het verschil tussen echt en niet echt al een topic van eeuwen is.
Gekoppeld aan de lezing over Jeugd 2.0 bij Cinekid, blijft de vraag die daar gesteld werd wel als belangrijk aandachtspunt hangen: Als jongeren zoveel tijd in het digitale domein doorbrengen en daar zoveel vaardigheden opdoen, wie zorgt er dan voor dat daar ook kwaliteit te vinden is, wie helpt op waarde te schatten. Het stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepprodukties stak de hand tijdens het seminar al in eigen boezem: wij investeren in de publieke omroep, maar ten aanzien van de Jeugd betekent dat dat we steds vaker investereb in een ruimte waar zij niet te vinden zijn, dat moet veranderen, onmiddelijk gekoppeld aan de oproep aan de Gameindustrie om samen te investeren in kwaliteit in het digitale domein.
Als je dan ook nog eens via Shift Happens op indringende wijze krijgt voorgeschoteld dat Nintendo ruim twee keer zoveel spendeert aan R&D dan de hele Verenigde Staten bij elkaar aan onderzoek en innovatie ten behoeve van het onderwijs, dan lijkt er nog wat werk te doen en bewustwording nodig te zijn.
En dan wie weet straks, als relativering:
Met dank overigens aan Wilfred die me door zijn blog tijdig informeerde over de documentaire. Deze volwassene ouder brengt namelijk ook al een tijdje haar tijd veel meer door binnen digitale domein dan achter de buis.
Zondag
Op zondag naar Scheltema, waar God vlak naast Muziek ligt en je dus op zoek naar een muzieklijstjesboek voor een vriend getuige kan zijn van een heel ontspannen gesprek tussen twee schriftgeleerden die steeds maar blijer gingen kijken bij de herkenning van de ander in het gesprek.
Ik vond het bijna jammer dat ik mijn boek zo snel gevonden had.
GroenLinkse zichtbaarheid en hoe nog meer?
Donderdag was er ALV Van GroenLinks Amsterdam.
Nadat we de een aanvulling op het federatiebestuur hadden gekozen, een nieuwe delegatie naar de partijraad hadden gekozen, stond de verandwoording van de fractie en onze twee wethouders op het programma.
Goed om weer een actueel overzicht te krijgen van wat er allemaal gebeurd is, wat er gelukt is, wat minder liep.
De interviewer vroeg de wethouders en de fractievoorzitter om hun persoonlijke hoogte- en dieptepunten, waarbij als ware GroenLinksers de dieptepunten weer heel wat sneller gevonden waren dan de hoogtepunten. Niet dat ze er niet waren, in tegendeel, maar zo schijnen we nou eenmaal in elkaar te zitten.
Diepgravend wetenschappelijk onderzoek hiervoor is er geloof ik niet gedaan, maar ook op het afgelopen Toekomstweekend en in de analyses van het strategiepanel, komt steeds maar weer aan de orde dat GroenLinksers zwaar verweven zijn met de inhoud, erg gericht op allianties en samenwerking, maar helaas ook vaak wat bescheiden als het gaat om het benoemen (claimen voor wie dat liever hoort) van sucessen en ze ook zichtbaar vertellen, zeker in de gevallen dat we bestuurspartij (steeds vaker)en geen oppositiepartij zijn.
Ik herken dat enorm, ook ik deed dat vroeger precies zo en gek genoeg ben ik er eerder trots op dan dat ik mezelf dat echt nadraag. Maar ik zal niet ontkennen dat van de grote heoeveelheid mensen die ik uit mijn bestuursperiode ken, er toch met regelmaat eentje vroeg van welke partij ik nou eigenlijk was. Dit gedrag is dus niet erg handig voor politieke zichtbaarheid.
Ik ben nog steeds heel blij dat GroenLinks niet meedoet aan een zichtbaarheid waarbij ze hijgerig op relletjes reageren, oneliners als oplossingen van complexe vraagstukken debiteren, maar toch….
Het klopt dat ons Rood-Groene College een programma uitvoert waar we samen voor zijn gegaan, dat een groot aantal GroenLinks punten bevat en dat een sfeer van goede samenwerking uitademt.
Judith Sargentini, attendereerde ons nog even, en terecht, dat je over een aantal zaken nu niets hoort omdat dat in het programakkooord al goed geregeld is. Een winst ten opzichte van de vorige periode waarin deze items steeds als probleem op de agenda stonden en dus zichtbaar waren.
Toch vind ik het soms jammer dat als het gaat om zaken die nu in de actualiteit zijn, het steeds de PvdA is, die in het nieuws is:
natuurlijk zijn zij met meer, natuurlijk koppelen zij lokaal aan landelijke regeringsdeelname, en natuurlijk is de portefeuille Jeugd, zeker als er problemen zijn nu heel erg in de aandacht en hebben wij die portefeuille niet.
Toch wil ik eigenlijk wel graag dat tussen het woud van PvdA’ers – de Lodewijk Asschers meteen frontlinieportefeuille Jeugd, de Marchouchen met de benoemde probleemgebieden en betrokken maar wel wat stoere taal, ook de kleine pareltjes uit het bos van GroenLinks te vinden zijn.
En niet “teugen”, want ik ben voor voor en constructief, maar GroenLinks heeft heel wat te zeggen, heel wat waardevolle standpunten ook op de portefeuilles die ze niet zelf heeft.
Besmet met het virus van het strategiepanel, stelde ik dit toch maar even aan de orde, niet zonder aarzeling want mijn verleden geeft mij weinig recht van spreken, maar wel omdat het wondelijk dit als issue voor de Toekomst te benoemen en het in het heden en in de stad waar GroenLinks het meestal bovenmatig goed doet links te laten liggen.
Overigens waren de reacties best bemoedigend, er wordt over gedacht en aan gewerkt, en onzichtbaar zijn we echt niet, maar omdat GroenLinksers nu eenmaal GroenLinksers zijn blijft het wel aandacht vragen.
EEN
Zat ik braaf noest te arbeiden, en ja het leidde ook ergens toe, komt er een mailtje van Femke binnen.
Indachtig de column van Evelien Tonkes van vandaag, ga ik natuurlijk meteen kijken, de partijleider roept en dat nogwel via Hyves, hieperdepiep:
“Hoi hoi,
Ik heb op Hyves net mijn stem tegen armoede gegeven.
Geef ook jouw stem tegen armoede. Zo roep je wereldleiders op een einde aan armoede in de wereld te maken. Klik hier en doe mee!
Voor meer informatie kijk op www.EEN.nl.
Groetjes,
Femke Halsema”
Dus ik reageer, word lid, breng mijn stem uit, krijg een banner en voldoe aan het verzoek om familie en vrienden ook op dit spoor te zetten, ik verander mijn MSN skin tot een EEN skin, zet een banner op mijn site….
en ben dan toch ongemerkt weer een uurtje kwijtgeraakt.
Voor het goede doel en op goed verzoek, dat wel. Goed voorbeeld, doet goed volgen, dus sluit aan.
Ook een manier
Met joujasje aan, haal ik wel een negen!
En je kunt zo ook meteen de kinderbijslag afpakken als ze teveel spijbelen of een mes bij zich hebben.
Maar wat is er nu erger, dat schooluniform of het gebruik van de chip?
Het heeft ongetwijfeld voordelen, maar kreeg er toch een rare smaak van in de mond. Dan volg ik toch liever de zwemles van mijn kind met een webcam.
Master Eva
foto gemaakt door een trotse vader
Vrijdag onderging zus Eva haar overgangsritueel van studente naar afgestudeerde (medisch) antropologe aan de UvA. Ik kijk eigenlijk bijna geen TV meer, maar nu opeens was ik verkocht. De herfstvakantie loopt alweer bijna ten einde.
Trotse vriend, familie, vrienden en vriendinnen als getuigen.
Zij voltooide haar studie met een scriptie gebaseerd op haar vrijwilligerswerk voor Bobbi Bear in Zuid-Afrika: “barriers in the administering of
Evita
Zal dan nu maar bekennen waarom ik zo stil was de laatste zondagen: ik keek de laatste weken op zondag ademloos naar Op zoek naar Evita.
Snappen doe ik het niet echt, behalve dat het kleine meisje in mij graag zo zou willen kunnen zingen, maar ik was elke keer weer gegrepen en dat terwijl ik eigenlijk helemaal niet van musicals houd.Tja.Samen sleutelen 1
Hij begon mooi met een reunie van mijn opleidingsclubje.
De opleiding in 2000/1, en wij nog steeds