“Het kan dus toch” was de niet eens zo erg verbouwereerde eerste uitspraak van echtgenoot Marco toen wij afgelopen vrijdag na 23 jaar zeilen midden op de Langweerder Wielen omsloegen met ons zeilbootje. Het woei vlagerig.
Het verschil tussen op en in het water werd erg snel en vochtig duidelijk. Een bizarre gebeurtenis die geen tijd tot overdenking bood: binnen 3 seconden was het gebeurd. Voor mij een nieuwe definitie van onvermijdelijkheid want hoewel het erg snel ging, was het ook in een soort slow motion duidelijk dat er geen moedertje lief meer aan hielp: bijna gracieus en zonder geluid zegen wij het water in en van rechtop, beetje schuin, beetje water binnen, liep de kuip vol en sloegen we om.
Gelukkig geen geschreeuw en geen paniek en Marco’s uitspraak werkte op een lachwekkende wijze ook wel weer relativerend en het water was niet echt koud.
In het water met heel veel meer dan een bikini, is een ervaring apart. Het is op slag duidelijk waarom mensen normaal gesproken niet gaan zwemmen met schoenen, sokken, broek, zeilbroek, truien en een dikke zeiljas aan (ik vond het wel opeens een hele geruststellende gedachte dat dat met het behalen van zwemdiploma’s geoefend wordt, maar zover was ik helaas nog nooit gekomen). Het schijnt dat je er redelijk op kunt vertrouwen dat een zeilboot niet verder dan half omslaat, maar de eerste seconden was ik toch voornamelijk bezig met het niet onder de kuip van de zeilboot terecht te komen. In dezelfde seconden besloot ik ook dat we hier dus niet aan dood zouden gaan en dat leverde wel weer wat gemoedsrust op: iedereen was zonder kleerscheuren in het water of hangend aan de boot terecht gekomen dus geen reden tot paniek. Ik had niet op de gunstigste plek in de boot gezeten en moest, me vasthoudend aan een drijvend schot uit de boot, om de boot heenzwemmen om op de kiel te kunnen gaan staan. Op de kiel komen was minder makkelijk dan ik zou denken want ondertussen hadden alle kleren en mijn schoenen zich volgezogen met water waardoor het gewicht dat omhoog gehezen moest worden wat meer was dan ik normaal met mij meedraag (de spierpijn in de oksels van het eruit gesjouwd worden voel ik nog goed). Eenmaal allemaal boven water bleek een van onze telefoons het nog te doen.
Picture it: 4 mensen op een omgeslagen boot, doorweekt en midden op het meer. Wij besloten tot 112: niet meteen levensbedreigend, maar we konden zelf niets meer. Het telefoontje met 112 zal me lang heugen.
Na het uitleggen van de situatie werden we doorverbonden met de brandweer die zei dat we de verhuurder moesten bellen om een berger te laten komen. Ehm ja die nummers heb je ook vooral paraat als je midden op het meer ligt. We waren niet in paniek en wellicht klonken we te rustig, maar dit was echt niet het soort hulp waar we iets mee konden op dat moment. Gelukkig waren we ontspannen genoeg voor een grapje en overwogen we een nieuwe poging waarin we of help zouden roepen of zouden benadrukken dat we er toch niet heel prettig bijzaten.
Er waren weinig boten op het meer en dat wat er was leek ons niet te (willen) zien. Op zich was dat wel een alarmerende gedachte: je zal toch wel een gewonde of onderkoelde persoon bij je hebben.
Ondertussen dreven we ook door de sterke wind en stroming onvermijdelijk naar lager wal. Zo kwamen we ook in de buurt van een passante die haar hondje uitliet en wel wilde bellen: “Waterpolitie” riepen wij. De uiteindelijk redding blijkt van iemand aan de andere kant van het meer gekomen te zijn die het zag gebeuren en onmiddelijk 112 belde. De waterpolitie kwam, moest alleen helemaal uit Sneek komen en kon met hun bootje ons nabij lager wal ook niet helpen, dus moesten ze door naar de Havenmeester van Langweer om een bootje met meer pk te halen. Tegen die tijd waren we al helemaal aan lager wal geraakt en klotste ons omgeslagen bootje heftig tegen de wal. Omdat ik niet veel kon doen en ook niet de fysieke buffer tussen wal en schip wilde zijn, ben ik met een gered schotje aan land gekrabbeld. De waterpolitie en de politie hebben ons vervolgens extreem goed geholpen:
Lotte Geslaagd!
Supertrots!
America, here she comes!
6 als laagste cijfer
Snelheidsmeter
Tim doet aan racefietsen net als zijn vader. Hij is tegenwoordig ook lid van een heuze wielerclub ASC Olympia met twee keer trainen per week. Bijna altijd haalt Marco hem op, maar deze keer lukte dat niet. Ik haalde Tim op de fiets open zag hem voor die tijd een aantal snelle rondjes op de baan rijden. Toen we onderweg naar huis gingen, ging hij er als een speer vandoor. Toen ik riep dat ik hem niet bijhield en of hij niet wat langzamer kon, riep hij met zijn snelheidsmeter aan het stuur “Ja, maar dat is slecht voor mijn gemiddelde”. Kijk daar had hij wel een punt!
Landelijke Straatspeeldag in Oud-West
De nationale straatspeeldag in de Pieter Langendijkstraat leek gisteren wel even een reunie van mijn oude werk: de ambtenaren, de mensen van de instellingen, de buurtgregisseur en mijn oud collega’s/opvolgers. Hoewel ik mij streng op een door mij gepaste afstand houd, vind ik het wel altijd enorm leuk om iedereen weer te zien en de laatste nieuwtjes te horen.
Met een zonovergoten start, theater, cake versieren en lekker simpele spelletjes als zaklopen en Twisteren, was het gisteren feestelijk spelen op straat.
Ook de stadsdeelbestuurders waren er: de stadsdeelvoorzitter “liep zak” (eeks dat klinkt raar) en Yvonne las voor. Mooie foto’s daarvan staan in de nieuwsbrief van het stadsdeel.
Wat die foto’s niet vermeldden, was dat de stadsdeelvoorzitter “zak liep”terwijl zijn collega aan het voorlezen was, hetgeen een nogal afleidend effect had op de kinderen die voorgelezen werden, maar wel komisch was om te zien.
De buurtregisseur was juist vandaag een aantal buitenlandse collega’s aan het rondleiden, geen mooiere dag om je collega’s het feonomeen buurtregisseur te laten zien, lijkt me en ik werd weer even helemaal warm na een gesprek met de oudercontactpersoon van de school en het zien van iemand van het opvoedsteunpunt die aan alle aanwezige ouders de Tipkrant uit ging delen. Gelukkig had zoon Tim, voor wie dit eigenlijk bedoeld was het ook heel erg naar zijn zin en kon ik lekker even bijkletsen, ook met mijn voormalige politieke collega’s. Toen zij het gingen hebben over de fractie van die avond, rezen er twee onderling tegenstrijdige reacties bij me op: de neiging om me onmiddelijk weer mee te gaan bemoeien en de gedachte “ha, ik hoef niet en heb vanavond vrij”.
Halve vreugde en gedeelde smart
Ik werd de avond na de verkiezingen op de camping in Frankrijk aangesproken op het feit dat wij gekke Nederlanders die Wilders zoveel stemmen hadden gegeven. Ga je daar maar eens tegen verdedigen, alhoewel ik daar voorlopig in het buitenland maar beter even aan kan wennen! Gelukkig was de opmerking van een Italiaan die zijn eigen Berlusconi ook al niets vindt, maar ons nieuwe vistiekaartje nog minder “Nederlanders die racistisch stemmen
Spiegel
In de nieuwe caravan: had nog geen electriciteit en gas, maar heb wel een caravan waarvan ik nog niet weet hoe die werkt. Dus gisteren in het donker met een kaarsje naar een geimproviseerd bed.
Vanochtend werd ik wakker in het licht en een spiegel aan het plafond boven mijn bed zei mij goedendag. Ehh, mijn nieuwe bezit heeft een spiegel boven het bed. Ik weet geloof ik nog niet of ik dat onderdeel ook wil houden…Vanochtend, nu het toch zo was, heb ik maar even naar mijzelf gezwaaid.
Dependance en France
Ba verjaardag gisteren, vandaag heel vroeg richting Frankrijk.
Plek waar we al 16 jaar vakantie vieren. Het onmogelijke maar door mij gedroomde is gebeurd: tweedehands caravan gekocht op de plek waar ik me sinds 16 jaar een tweede huis heb gevoeld, en vanwege uitval van en werkactviteit waarbij ik een aqntal dagen met een groep naar Noord Frankrijk zou gaan, ben ik opeen op mijn tweede thuisstekkie. Voelt goed en vertrouwd, maar tgelijkertijd vreemd: heb een caravan gekocht van ieman die ik ken en vorig jaar nog zag, maar die nu dood is. Zijn plek gaat nu de onze worden.
Ik loop door zijn caravan die nu de mijne is, idee vreemd, draai nog niet gevonden en mijn woorden naar hem die er niet meer is ook nog niet: t’is van mij maar ook nog niet en tegelijkertijd is de camping al jaren mijn tweede huis, nog even zoeken!
Jarig
Ik had het bijna kunnen vergeten vanwege alles wat er vlak voor en vlak na kwam en komt.
Maar toch niet echt. Met 5 intensieve Nivon Pinksterkampdagen voor de boeg en ondertussen ook echt intensief achter de rug (nog geen tijd gehad voor mijn uitgebreide blog hierover, maar Femke met haar openingsspeech voor ons kamp was helemaal super en haar wens weer een “Grootzielig land” te worden viel als God’s woord in een Ouderling op zijn plaats gedurende het kamp) en het begeleiden van een 2-daags toekomsttraject direct aansluitend, wilden de v erjaardagsboodschappen al voor mijn vertrek vorige week geregeld zijn (voor het eerst aan de Albert en inderdaad vanavond keuirg afgeleverd).
Daarnaast heeft mijn digitale identiteit allemaal vriendjes met een keurig remindersysteem, de gelukwensen voor mijn verjaardag stromen al vanaf dit weekend binnen, dat blijft toch heel erg leuk!
Hadden we vorige week bij de Humanitas bestuursvergadering het onderwerp leden en vrijwilligersbinding op de agenda waar
Belfast, kort, Smile
This made me smile!
The thought that even God needs a take 2
Het nieuwe leren
de hele middelbare schoolperiode zag ook ik mijn dochter leren temidden van muziek, mobiel, MSN, sms, soms tv en bijvoorkeurd in een niet al te prikkelvrije kamer.
Nu bij de laatste loodjes voor het eindexamen heeft ze de computer uit en buiten bereik en wordt ook de mobiel opzij gelegd om niet in de vereleiding te komen wat anders te gaan doen.
Er is zelfs een hele nieuwe studiehouding gevonden:
Het nadeel dat ze benoemt “als ik er eenmaal in lig, kom ik er een hele tijd niet uit”, is zomaar tegelijkertijd een leerduur bevorderend voordeel.
Het werkt geloof ik heel goed, alleen is er blijkbaar ook in deze houding een einde aan de spanningsboog. Toen ik even de kamer binnenliep om koffie te halen, gaf zij me de uitgelezen kans op dit plaatje en kreeg ik nog toestemming voor publicatie ook.
Als je bedenkt dat haar moeder haar eindexamen in de alkoof van cafe Reijnders leerde met uitzicht op het biljart, is dit ongetwijfeld een logischere keus.