Langzaam afzakken naar huis
Na onze spectaculaire ontmoeting met det Aletsch gletscher begon de volgende dag de onvermijdelijke langzame terugtocht naar huis. Tijdens de vakantie was het ons steeds goed gelukt om geen saaie stukken overdag te rijden (de echt saaie stukken reed Marco soms ’s nachts) maar vandaag moesten we toch een paar honderd kilometer saai rijden. Gelukkig stond ons vlak na vertrek nog een heel leuk stuk te wachten: we namen de Lutschberg tunnel waar je met auto en al op de [[popup:tunnel.jpg:laadbak:]] van een trein wordt gezet om door de berg heen te rijden. Je blijft zelf in de auo zitten (tenzij je auto met open dak hebt, dan moet je in de passagierswagon). Met een reisje van nog geen half uur bespaar je zeker 1,5 uur paswegen: geen wagenzieke kinderen en goed voor het milieu. Ze zijn daar ondertussen bezig met een mega werkstuk, de tunnel nog veel lager en veel langer door de berg laten gaan.
Daarna werd het saai totdat we in Duitsland de Rijn op het mooie stuk gingen volgen.
Ondanks Marco’s treiterige “Ja een reisje langs de Rijn, Rijn, Rijn” genoot ik van het uitzicht en was ik blij dat we een camping vonden aan de Rijn recht tegenover de Loreley. We konden samen nog moeiteloos de eerste strofe van Heine’s gedicht over de Loreley “Ich wei