De raad na Antwerpen
Dinsdagavond hadden wij een in mijn ogen zeer constructieve raadsvergadering. De onderwerpen die op tafel lagen waren niet de minste in zo’n brede coalitie als wij met elkaar in Oud-West hebben: veel parkeren en vastgoedbeheer.
Mijn enige agendapunt werd afgehamerd, dus al te veel zweet van mijn kant zat er niet in. Ik genoot van de discussies en ook van de wijze waarop de partijen reageerden op elkaars Algemene Beschouwingen.
In het dualisme en met nieuwe afspraken blijft het regelmatig zoeken over hoe dit nu weer moet. De gewenste poging om als raadsfracties meer met elkaar dan met het DB in debat te gaan, ging volgens mij best goed.
Raar en volgens mij ook onbevredigend voor velen is het format waarbinnen de raad voor het reces Algemene Beschouwingen houdt, het DB zaken hieruit gedurende de begrotingsbesprekingen in de programbegroting verwekt, maar waarbij het DB pas in november reageert op de tekst van de Algemene Beschouwingen.
We hebben het voor dit jaar zo afgesproken, maar als ik de geluiden op de wandelgangen zo hoor, is dat vanaf volgend jaar anders. In mijn beleving zou dat ook terecht zijn. Algemene Beschouwingen in Juni en reageren in November: daar zit teveel tijd tussen.
Vorig jaar hadden we vlak na ons gemeenschappelijk werkbezoek raad. Die ging toen moeizaam en scherp waarop een van de achtergeblevenen cynisch opmerkte “Goh, het is merkbaar dat de raad op werkbezoek aan teambuilding heeft gedaan”.
Na ons afgelopen werkbezoek hadden we meteen dinsdag al raad. De cynische opmerking van vorig jaar is niet herhaald. Volgens mij ging het dan ook erg goed afgelopen dinsdag en na afloop ind e kroeg voerden de belevenissen in Antwerpen de boventoon.