Brand
foto: zoon Mick
Wonend langs een doorvoerroute van ambulances en brandweerauto’s, kijken we alleen nog op als er meer dan drie sirenes achter elkaar loeien, of als het bij ons in de buurt stil blijft staan.
Toen het echt nodig was hoorden we helemaal niets:
geen sirenes, niet het geklop op de deur gebonk, getoeter en gebel.
We sliepen en omdat de brandweer er nog niet was hoorden we ook geen sirenes.
Maar twee huizen naast het onze woedde een fel uitslaande brand.
De kinderen die aan de achterkant van het huis slapen hoorden wel bel en gebonk en konden bovendien vanuit hun raam de lucht helemaal oranje zien.
Ze schrokken zich dood en stonden aan ons bed, wel wakker geworden door het gebonk van de buren dat we het huis uit moesten.
Zo stonden wij met zijn allen om half twee vannacht buiten te bibberen, zagen de brandweer arriveren en konden het blussen van de brand volgen.
Toen de afzetting uitgezet werd, moesten we er buiten gaan staan, of we mochten ook wel weer naar binnen: geen gevaar meer.
Nu bij daglicht zie je er bijna niets van, maar vannacht was het voornamelijk voor de kinderen toch wel even angstig en spectaculair.