De Dienstfiets

Kreunend heeft hij het uitgehouden, mijn dienstfiets.

Voor elke vergaderlocatie in deze stad heeft hij zeker wel een keer gestaan.

Naar het stadhuis wist hij de weg zelfs met ogen dicht inclusief de alternatieve routes vanwege wegopbrekingen.

Op huisbezoek, op schoolbezoek, op fietsverkenning door de stad, hij reed me overal naar toe: met licht, met bel en met GroenLinkse fietstassen voor al het vergadermateriaal.

De laatste weken begon hij te mopperen.

Het achterwiel zwabberde, hij had het moeilijk.

Vijf weken lang moedigde ik hem aan om het nog even vol te houden.

“Alsjeblieft, ik heb nog even geen tijd om naar de fietsenmaker te gaan.”

Zwabberend zuchte en ploeterde hij door met een achterwiel waar toch echt een spaak gesprongen was, maar hij deed het.

Vanmiddag op mijn eerste vrije dag, kreunde hij nog

Rond

En nu is het klaar.

“Hoe voel je je nu?”, doet even niet mee.

De laatste dingen die ik nog net vergeten was (minor details) regelde ik in de kroeg na afloop.

Ik zat een deel van de raad voor, installeerde het nieuwe DB, daarna de raadsleden die door opvolging nu in de raad kwamen en installeerde de nieuwe raadsvoorzittter .

Daarmee kwam er een eind aan mijn werk.

Gelukkig werd ik van mijn man die als verrassing op de publieke tribune zat.

Gelukkig werd ik ook van mijn latere vermogen om niet als laatste de kroeg te verlaten maar stilletjes te vertrekken toen iedereen nog druk met drank en gesprek was.

Eenmaal thuis was iedereen naar bed en de wijn op.

Gisteren verhuisde ik vanuit mijn werkkast naast allerlei andere zaken een fles champagne en legde hem in de ijskast.

Ik hoefde die fles maar heel even aarzelend aan te kijken.

Onder het genot van een glaasje champage, sluit ik in een fijne nachtelijke stilte vandaag af.

Dit is mijn laatste blogje op dit weblog in deze vorm.

Ik heb nog lang niet alles gezegd, maar dat gaat toch nooit lukken.

Ik ga, blijf, kom terug en de komende maand zal een zekere overlap tussen wat was en wat gaat komen onvermijdelijk zijn.

“It ain’t over till the fat lady sings” en volgende week donderdag is pas mijn echte afscheid.

Maar mijn stadsdeelvoorzittersweblog houdt hier en nu op om plaats te maken voor…..?

Dienstverlening

Afgelopen week mocht ik met belangrijke vertegenwoordigers van onze Dienstverleningsploeg onze in de Dienstverleningsmonitor verkregen 8 van onze burgers in taartvorm delen met en uitdelen aan al onze medewerkers die dat mogelijk hebben gemaakt.

Dienstverlenen doe je met zijn allen en het gaat alleen echt goed als je er ook allemaal voor gaat.

Alle moderne termen van front-, back- en midoffice zijn helemaal waar en dienstig aan de goede logistiek van het proces, maar dienstverlenen gebeurt door mensen. Als zij er niet voor gaan, ben je nergens. Als zij er wel voor gaan en er een eer in scheppen daar steeds maar nog beter in te willen worden, dan heb je een uitstraling en een team waarmee je voor de tweede keer op rij een 8 krijgt en tot de beste(n) van de stad behoort.

Voor hen die dat mogelijk maakten, schep ik daar graag nog net op de valreep

Wisselvallige buien met hagel en zon

Met elk schilderij dat ik van de muur af haalde, begon mijn kamer holler te klinken.

Schilderijen, de grote hoeveelheid kaarten, mijn kunstorso, het bloemenkleed uit Turkije, de aparte uitstekende spiegel: allemaal in tas en doos.

1 verhuisdoos aan stukken uit twaalf jaar had ik mijzelf als limiet gesteld, ik bleef er binnen.

Netjes op een rij stond mijn lading voor transport in de kamer waar ik ook nog gewoon vergaderde vandaag.

De afschuw opde gezichten van mijn vergaderklanten was onmiskenbaar: het was mijn “kantoor” niet meer.

De holle klank en onpersoonlijke aanblik maakten dat meer dan waar, al heb ik toch nog best wat voor mijn opvolgster laten hangen.

Ondertussen staat mijn kantoorboedel na een korte autorit al thuis verdwaasd en bijna overtollig te wezen.

Gelukkig mocht ik vanavond na deze noodzakelijke maar weinig prettige verhuisklus met volstrekt andere energie de laatste vergadering van de klankbordgroep van GroenLinks in de Centrale Stad bijwonen. De laatste tekst, het voorstel over portefeuilleverdeling en het wachten op of ze er bij de PvdA ook al uit waren.

Weer helemaal bezig met iets in voor de toekomst van de stad als verrtekkend bestuurder. Ik kan daar dan ook enorm van genieten.

De synthese van de twee collegepartijen s’avonds laat in de kroeg die het straks ook samen gaan doen, maken mijn dag weer helemaal goed.

Met een leeg kantoor kijk ik naar morgen: s’ochtends college op de UvA, s’middags de laatse dingen met het DB, s ‘avonds mag ik als laatste klus het nieuwe DB en de nieuwe raadsvoorzitter installeren en dan is het afgelopen.

Wel of niet dronken worden in de kroeg na afloop is nog een optie, maar woensdag thuis, dat staat vast.

Inburgeren Andersom

Donderdagavond was ik aanwezig bij de start van de cursus Inburgeren Andersom, georganiseerd door Dock in samenwerking met het stadsdeel.

De belangstelling was overweldigend, meer dan 80 aanmeldingen ook uit andere stadsdelen.

Een feestelijke opening aan het begin: zoete lekkernijen overal vandaan, een bosjes viooltjes uit de geveltuin voor de stadsdeelvoorzitter van een van de deelneemsters, pers, grote opkomst van voornamelijk vrouwen.

Inburgeren Turks en Marrokaans in twee verschillende zaaltjes en samen pauze.

Ik volgde de Turkse les want mijn Turkse beleidsmedewerkster wilde graag de Marokkaanse les volgen.

Samen het turkse alfabet van 29 letters uitspreken, woordjes en begroetingen leren en veel over het land.

De deelnemers vroegen zo enthousiast en kregen zo veel antwoord dat nog niet de helft van het geplande lesaanbod behandeld werd.

De sfeer was heel feestelijk en superenthousiast.

Gestemd

Hij sloeg een akkoord aan een keek moeilijk.

Hij schuifelde wat ongemakkelijk op zijn kruk heen en weer, inspecteerde de pedalen en probeerde het nog een keer.

Links, midden rechts, opvolgende akoorden en een enkele losse noot.

“Ja zie je, hij is net gestemd, maar hij lijkt wel zijn spanning kwijt, zo futloos”

Hij sloeg nu hoopvol twee akkoorden tegelijkertijd aan.

“En weet je, hij speelt juist altijd zo mooi, maar nu……

Het is net alsof….. alsof……”

“Je met een steentje in je schoen loopt? ” probeerde ik.

Ja, dat was het.

treintijd

Ik zag net een konijn met wit wipstaartje langs het spoor rennen, de uiterwaarden half onder water staan en was dus zomaar bijna even in de natuur.

Ik las de Spits, de Metro, checkte mijn mail en begon eindelijk in het boek Petjes en Prinsesjes dat ik met een lieve opdracht van Het Winterkoninkje kreeg.

Voor de tweede keer deze week mijn weblogstukje vanuit de trein de ruimte in gestuurd: het is eerder thuis dan ik, maar thuis hoe ik er niet meer voor achter de pc te kruipen.

Die trein is een lekker rustpunt in de hectiek van naar verschillende afspraken rennen. En toch ook aan het werk.

Ik lees nog een verhaaltje en doe dan daarna misschien zelfs mijn ogen nog wel even dicht

Samen leren

Woensdagmiddag de tussentijdse presentatie van de onderzoeksopdrachten die de UvA studenten voor opdrachtgevers van de gemeente Amsterdam doen in het kader van hun vak informatiemanagement in de praktijk. Zij doen opdrachten.op het snijvlak van ICT en samenleving.

Onze raadszaal was voor de gelegenheid even omgetoverd tot collegezaal. De studenten die ik tot nu toe in de gezamenlijke colleges allen in kloffie student had gezien, zaten nu strak in het pak en zagen er zo zakelijker uit dan hun gemiddelde opdrachtgevers. Het aantal laptops was groot hetgeen soms tot verwarring van snoertjes en muizen leidde.

Ter introductie hield gemeentesecretaris Erik Gerritsen zijn vehaal over de slimme overheid en het belang van ICT daarbij: ICT en het doorgeven van keteninformatie, ICT om samenwerking en kennisdelen te bevorderen en een slimme overheid die zich organiseert rond de maatschappelijke problemen ipv probeert complexe problemen in verkokerde dienstonderdelen te stoppen.

Het is de derde lichting studenten die ik in dit kader meemaak en het wordt elke keer beter en inspirerender. Duidelijke analyses, goed opgezette opdrachtbeschrijvingen en vaak boeiende, creatieve maar toch korte presentaties.

Een filmpje Hoe wordt Nijntje digitaal vaardig kon volgens de voorzitter zo naar het animatieonderdeel van Twee voorTwaalf. Het was weer erg inspirerend: Kennis delen is zo heel feestelijk en voegt ook weer heel veel praktisch toepasbare kennis toe.

Erg leuk om hier in mijn nadagen nog net even gastvrouw te kunnen zijn. En ook al ben ik straks gestopt, de eindpresentatie wil ik niet missen.

Wandelstaf

Een Wandelstaf.

En nee dat is geen oud-hollands woord voor een wandelstok.

Maandag had ik een wandelstaf als surpriseparty.

Ik riep ooit in een onbewaakt moment, maar meen het na afloop nog steeds, dat het me zo leuk zo lijken een wandeling langs de stadsdeelgrenzen van Oud-West te maken.

Deze zorgvuldig bij de stadsdeelsecretaris opgeslagen opmerking leidde afgelopen maandag tot een wandelstaf:

Alle beleidsadviseurs die in de afgelopen jaren meermaals bij de staf hadden aangezten plus de sectormanagers, namen mij vanuit “mijn stafkamer” mee uit wandelen langs de stadsdeelgrenzen in plaats van de reguliere staf.

In een krappe drie uur verkenden wij al wandelend de grenzen van stadsdeel Oud-West.

Dat was ongelovelijk leuk.

Nog los vanhet grapje “bij je afscheid gaan ze opeens allemaal voor je lopen”, was het enorm leuk om met al deze vertrouwde mensen de grenzen van je “eigen” grondgebied te bewandelen.

Vanwege de brand bij de Kinkerhoek begonnen we de wandeling met het afleveren van een megadoos bonbons als een kleine troost voor de getroffenen bij de tijdelijke huisvesting van onze school de Kinkerhoek (ook langs de grens van het stadsdeel).

Vanuit daar liepen we echt de grenzen, we staken bijna nergens af, kozen bij de Overtoom waar de grens half in half net buiten het Vondelpark ligt toch maar even voor een wandeling in het groen.

Midden in het Vondelpark stuitten we hilarisch op een andere wandelgroep uit het stadsdeel van de afdeling Vastgoed die op inspectie was langs stadsdeelpanden (heel bizar “goh, jullie ook hier”). We laafden ons waarschijnlijk halverwege op het terras van het Filmmuseum (ja dat is echt van Oud-West) en kwamen uiteindelijk thuis in Cafe Thuis in de Clecqstraat waar we eerder de middag zo ongeveer begonnen waren.

Moeie voeten aan het eind: Oud-West is het op een na kleinste stadsdeel, maar als je langs de randen gaat lopen is het toch ook zo klein weer niet.

Ik genoot enorm van de wandeling, van het stadsdeel, van het feit dat men dit van mij onthouden had en voor mij georganiseerd had.

In de krochten van mijn Calvinistische geest bekroop mij wel nog een schuldgevoel dat al deze “amtenaren” voor mij aan het wandelen waren, maar dat heb ik voor mezelf effectief opgelost door na afloop de vraag te stellen wie er tijdens de wandeling op plekken was geweest waar hij/merendeels zij nog nooit geweest was. Toen de helft “ik” riep, besloot ik opgelucht dat het dus “werk” was geweest.

In de onvermijdelijke afscheidstournee was dit wel een hele gewortelde en mooie.

Mijn “moeie voeten”zijn over, het nagenieten nog niet, om maar te zwijgen over het besef dat het echte afscheid nu wel erg dichtbij komt.

Brugge

Brugge!

Uitslag van de zoektocht van vanavond.

Ik geniet, het is rond in alle betekenissen:

15 april is onze trouwdag.

15 april was 8 jaar geleden mijn eerste werkdag nadat op 14 april de installatie van het nieuwe DB in de raad had plaatsgevonden.

Een vroeg feestontbijt voor het begin van mijn eerste werkdag.

Nu is het aan het eind nog even de vraag of het nieuwe DB op 11, 18 of nog later geinstalleerd zal worden, daar ga ik even helemaal niet over, maar ik riep voorzichtigheidshalve steeds dat de 11e, want dan staat er een raad gepland, mijn laatste werkdag zou zijn.

Of ze het gaan redden ligt niet in mijn schoot besloten, maar dat ik de 14e en 15e elders ben en mijn carriere voorlopig besluit zoals ik hem begon: met het vieren van onze trouwdag, dat staat vast.