Rare dag
Begint het dan toch te kriebelen?
Een rare dag vandaag.
Ik hoefde bijna niets.
Al ’s ochtends was het mooi weer.
Twee andere moeders hoefden bij de uitgang van de schoolpoort ook niets.
Wij fantaseerden wat we konden gaan doen.
Ik ging eerst sporten, mijn ritmisch houvast.
Zocht daarna naar cadeautjes, deed iets met het huis en boodschappen en had een afspraak met mijn opvolgster.
Ik fietste langs het stadsdeelkantoor, vertrouwd, zou er zo kunnen afstappen, maar hoefde niet.
Had een leuk gesprek op het terras, nuttig ook.
Zij moets weg naar haar staf, ik hoefde niets.
Dat kriebelde. voelde raar en niet alleen maar leuk.
Vanmiddag sprak ik met de moeder van een vriendje van Tim af in de speeltuin:
helemaal goed: de zon, tijd, flesje wijn.
Eindelijk tijd: vroeger zag ik haar met een half oog nog op het werk waar ik vandaan kwam en een ander half oog naar het huis en het eten waar ik naar toe ging.
Eigenlijk geen tijd en een heel andere vorm van aandacht.
Vandaag had ik tijd.
De speeltuin zag er anders uit: het spelen van de kinderen, de interactie.
Ik was er even helemaal en niet maar half.
Een nieuwe manier van kijken, relaxed, met aandacht en zonder haast.
Rond zes uur kwamen de werkende vaders naar de speeltuin omdat de moeders daar zaten, zichtbaar vanwege de werktas en hun colbertjes.
Zichtbaar ook omdat ik tijdens mijn werk te maken had gehad met de vaders die nu de speeltuin binnenkwamen.
De eerste bewuste dag van het aandachtig niets doen, zet mij toch aan het denken.