Martin Sterman
Afgelopen maandag het laatste afscheid van Martin Sterman, jazzmuzikant, rasartiest, schilder, verhalenverteller, verzetsman, koppig en mooi mens. Plus in het begin en aan het eind van zijn leven een markant inwoner van Oud-West. Onder de klanken van zijn eigen versie van Swing Low Sweet Charriot en begeleid door zijn laatste publiek kreeg hij op zijn 92e zijn plek op de Nieuwe Oosterbegraafplaats.
De eerste keer dat ik Martin ontmoette, was in cafe Schin op Geul, tegenwoordig cafe Bax, waar na afloop van de begrafenis ook de nazit werd gehouden.
GroenLinks Oud-West organiseerde daar destijds een eindejaarsborrel en hield het door mij in elkaar geknutselde themanummer van haar ledenblad “Als ik burgemeester van Oud-West was…” (little could I know then, het is zo’n 15 jaar geleden) ten doop.
In wat lang zijn stamcafe bleek te zijn, vertelde hij toen veel verhalen. Niet voor het eerst en zeker niet voor het laatst.
In de jaren daarna zag ik hem vaker, op buurtfeesten, in de kroeg, bij het ouderenwerk, op de jamsessie ter gelegenheid van zijn 85e verjaardag, op de jamsessie in de Havelaar ter gelegenheid van zijn 90e verjaardag of op het toneel toen hij met motor en al een rol speelde in het door senioren opgevoerde toneelstuk Pension Avondglore in het Fijnhouttheater.
Het maakt niet uit waar, maar als hij vertelde, speelde of zong, dan glinsterden zijn ogen, bespeelde hij zijn publiek en stond er een artiest waar je niet om heen kon, meestal ook niet wilde alhoewel hij ook heel dominant, en in de contramine kon zijn.
Ik zal nooit vergeten de keer dat hij in het servicepunt voor ouderen zijn levensverhaal vertelde voor een 70+ publiek waar ik in functie bij mocht zijn (men kende mijn fascinatie voor deze man wel een beetje). Hij vertelde stralend, veelvuldig onderbroken door tijdgenoten die het verhaal aangrepen om hun eigen herinneringen uit die tijd op te halen.
Bij de passage waar Martin vertelde over zijn eerste zeer jeugdige naieve kennismaking met het vleselijk genot, werd hij door zijn publiek tot stilte gemaand met de woorden “Martin, pas op er zit een meissie bij”. Het duurde even voor ik door had dat ze het over mij, toen al moeder van drie kinderen, hadden.
In diezelfde tijd organiseerden we in Oud-West een verhalenfestival waarbij ik als verantwoordelijk portefeuillehouder een website had besteld om niet alleen alle daar vertelde verhalen een wat permanentere plek te geven, maar ook ruimte te bieden aan meer mensen met Verhalen over en Uit Oud-West (van dat laatste is helaas weinig terecht gekomen, iets te web 2.0 voor die tijd). Ik wilde graag dat ook Martin’s verhalen daar een plek zouden krijgen: geboren in 1916 in de Frederiksstraat, op school in de Pieter Langendijkstraat, verhalen over het Vondelpark en over de toen nog onontgonnen zandbak aan de andere kant van de Overtoomse Sluis in “Nieuw West”, zijn belevingen in het Amsterdam van die tijd, beginnend jazzmuzikant op het Rembrandsplein, zijn latere omzwervingen over de hele wereld, die verhalen “die zou je toch het liefst in een doosje willen doen” en open maken voor iedereen met liefde voor verhalen, Amsterdam, muziek en Oud-West.
Gelukkig hadden we in Oud-West in verzorgingstehuis De Klinker ook de Stichting Tijdgeest die vanuit reminiscentie en liefde voor verhalen gespecialiseerd is in het opslaan van Verhalen van Vroeger. De samenkomst tussen deze stichting en Martin leverde niet alleen mooie verhalen en historische foto’s op de website Verhalen van Vroeger op, maar ook 12 uur videomateriaal waar met veel moeite een compilatie van 1,5 uur is gemaakt, want wat laat je nu weg.
Toen ik hoorde dat Martin dood was, luisterde ik daarna naar een radioreportage waarin hij over zijn leven vertelde, vandaag luisterde ik naar zijn muziek op een cassetebandje.
Het leven ten volle geleefd en een nalatenschap aan muziek, schilderijen, herinneringen en verhalen, een mens, die ik niet licht zal vergeten.